Geïnspireerd door de antroposofie
Henri Zagwijn (1878-1954)
Henri Zagwijn groeide op in Rotterdam. Als componist was hij autodidact. Hij debuteerde toen in 1904 zijn Fantasie voor groot orkest door het Concertgebouworkest onder leiding van Willem Mengelberg werd uitgevoerd. Vanaf het begin heeft Zagwijn zich in het componeren laten inspireren door de antroposofie. In 1918 en 1920 verschenen twee pianoboeken Musik zur Eurythmie. Er ontstonden ook koorwerken op teksten van Rudolf Steiner en Morgenstern. Hij was medeoprichter van de Nederlandse Vereniging tot ontwikkeling der Moderne Scheppende Toonkunst. Van 1919 tot 1924 docent muziektheoretische vakken aan het Rotterdams Conservatorium. In 1923 schreef Henri Zagwijn een boekje De muziek in het licht der Anthroposophie. Na de Eerste Wereldoorlog gaf hij voordrachten over antroposofie en in de twintiger jaren ook over euritmie, vaak als inleiding bij een euritmie-demonstratie. Hij maakte gedurende acht jaar deel uit van het bestuur van de Anthroposofische Vereeniging in Nederland onder voorzitterschap van Willem Zeylmans. Op advies van Rudolf Steiner verbond Zagwijn zich in 1924 met de Vrije School Den Haag, waar hij naast muziek lesgaf in cultuur- en kunstgeschiedenis, geografie en boekbinden.
Naar boven