menu

Romantiek 

1820 - 1910  

Met de term romantiek wordt de muziekperiode aangeduid die zo ongeveer de negentiende eeuw beslaat. Deze is een voortzetting van de klassieke periode, waarbij de romantiek gekenmerkt wordt door schaalvergroting in alle opzichten: orkesten worden groter, er worden nieuwe instrumenten geïntroduceerd, muziekstukken worden langer en complexer, er is meer drama en emotie; solisten worden steeds virtuozer. Er ontstaat programmamuziek, een vorm van muziek die een verhaal vertelt of iets uitbeeldt dat op een gedicht, geschiedenis of natuur betrekking heeft. Muziek wordt fantasievoller, bewust vager, met soms mystieke en oriëntaalse trekken.

Enkele toonaangevende componisten zijn: de late Beethoven, Schubert, Mendelssohn, Chopin, Schumann, Wagner, Brahms, Bruckner, Berlioz, R.Strauss, Mahler, Tschaikowski, Verdi en Debussy.

Inhoudsopgave

Artikel in de Euritmie-Muziek-Theaterkrant

naar boven