menu

Componisten geboren tussen 800 en 1299 

Odo van Arezzo (~ 995 – ~ 1055)  

Odo van Arezzo, actief in de late 9e en vroege 10e eeuw, behoort tot de vroegste en invloedrijkste muziektheoretici van het middeleeuwse Westen. Hoewel zijn precieze levensdata onzeker zijn, wordt hij doorgaans verbonden met een kloosteromgeving in of nabij Arezzo in Toscane. Odo staat vooral bekend als auteur van belangrijke theoretische traktaten, waaronder de Dialogus de musica en delen van De musica, werken die een sleutelrol speelden in het ordenen van de vroegmiddeleeuwse muziekpraktijk.

In zijn geschriften bespreekt Odo de fundamenten van de kerktoonstelsels, de aard en omvang van intervallen en de rol van de diatonische, chromatische en enharmonische toonsoorten. Hij levert bovendien een van de vroegste systematische beschrijvingen van solmisatieletters (de zogeheten A-systeemletters), waarmee hij een basis legt voor latere notatieontwikkelingen. Zijn werk vormt zo een belangrijke schakel tussen de theoretische traditie van Boëthius en de meer praktische, didactische benaderingen die eeuwen later zouden culmineren in de innovaties van Guido van Arezzo.

Hoewel Odo geen componist was in de moderne zin, hebben zijn ideeën diepgaand bijgedragen aan het begrip van Gregoriaanse zang, modale ordening en de relatie tussen muziek en wiskundige proporties. Zijn traktaten bleven eeuwenlang gezaghebbend en beïnvloedden zowel theoretische als onderwijskundige tradities in de middeleeuwse muziekcultuur.

Wikipedia (Engels)

naar boven