menu

Aanvullende informatie Hedendaagse muziek 

Nederland na 1945  

1. Kees van Baaren - Variazioni per Orchestra: Vóór 1945 had de seriële schrijfwijze in Nederland nauwelijks navolgers, behalve bij Kees van Baaren (1906-1970), wiens belangrijkste dodecafonische werken, zoals de Sinfonia [geen voorbeeld op YouTube] en de Variazioni per Orchestra, echter pas tegen het eind van de jaren vijftig werden geschreven.

2. Kees van Baaren - gehele oeuvre: Tussen 1934 en 1969 schreef van Baaren ruim twintig werken voor symfonieorkest, harmonieorkest, piano, orgel, vocale muziek en kamermuziek. In 1969 werd Van Baaren de Sweelinckprijs toegekend voor zijn gehele oeuvre.

3. Jan van Vlijmen - Omaggio a Gesualdo: Van Vlijmen bleek een van de weinigen in Nederland die echt raad wisten met de seriële muziek en de techniek naar hun hand wisten te zetten.

4. Jan van Vlijmen - gehele oeuvre: Van Vlijmen schreef een groot deel van zijn leven moeilijk toegankelijke, dichtgetimmerde werken, waarachter tragische gevoelens schuil gingen. Tot zijn bekendste werken horen 'Omaggio a Gesualdo'(1971), 'Inferno'(1993), de symfonie 'Monumentum'(1998) en de opera 'Un malheureux vêtu de noir'(1990) over Vincent van Gogh. Naarmate hij ouder werd, werd zijn muziek lyrischer, maar het tragische bleef. Want in zijn werk verwoordde hij een fundamentele droefheid die hem altijd kwelde. Tevreden over zijn werk was hij nauwelijks, aldus een artikel in Trouw.

5. Peter Schat - Anathema (1969): Voor dit ongeëvenaard spannende muziekstuk ontwierp de componist een onverbiddelijke techniek van intervalsturing, uitgewerkt in de opwinding van de late jaren zestig. Anathema, een religieus begrip voor een absoluut verbod, had toen betrekking op het door jongeren in bezit nemen van het Monument op De Dam, zoals het ook sloeg op de tonaliteit als een taboe bij de avant-garde sinds Schönberg. Schat smokkelde die naar binnen in een Sweelinckachtig streng koraal, dat na subtiele Satie-introspectie opeens openbloeit in een aards zangerig adagio in Schumannstijl. Al die antipodes hangen nauw met elkaar samen en zo verenigt Anathema in een toendertijd voor onmogelijk gehouden muzikale samenleving het onverenigbare. (Ontleend aan een artikel in NRC)

6. Peter Schat - gehele oeuvre: Schat schreef 21 werken voor orkest of ensemble, 4 voor opera of muziektheater, 9 vocale werken, 3 werken voor kamermuziek en 7 voor solo-instrumenten.

7. Louis Andriessen - gehele oeuvre: Louis Andriessen geldt als een van de grondleggers van de Haagse School, samen met componisten als Jan van Vlijmen, Diderik Wagenaar en Gilius van Bergeijk. Zijn muziek heeft sterke invloed ondergaan van de minimalistische muziek van componisten als Terry Riley en Steve Reich. Andriessen heeft herhaaldelijk opgemerkt in zijn werk sterk beïnvloed te zijn geweest door de muziek van Igor Stravinsky. Louis Andriessen integreert verschillende muziekgenres, en voornamelijk de podiumkunsten: theater, literatuur, dans en film in zijn composities. Belangrijk in Andriessens muziek zijn de complexe akkoorden, gespeeld op (veel) blaasinstrumenten en slagwerk.

8. Rudolf Escher - gehele oeuvre: In zijn muziek sloot Escher voornamelijk aan bij de Franse muziek van Debussy en Ravel, deels als een reactie op de Duitsers vanwege de oorlog. Toch is zijn muziek niet uitgesproken Frans, ook de polyfone stijl uit de Renaissance is aanwezig. De vaak polyfone structuur van zijn muziek is misschien te vergelijken met de muziek van Matthijs Vermeulen, die echter veel verder gaat in de verzelfstandiging van de meerdere stemmen. Ook zijn er invloeden van Gustav Mahler, het Gregoriaans en van gamelanmuziek hoorbaar. Hij was geen componist die weigerde met de tijd mee te gaan, wel overwoog hij alle mogelijkheden van elke nieuwe techniek. Hij wilde niets aan het toeval overlaten. Zo zocht hij door alle geanalyseerde muziek zijn eigen weg.

9. Notenkrakersactie: 17 november 1969 verstoren actievoerders een concert door het Amsterdamse Concertgebouworkest en eisen een openbare discussie over het muziekbeleid en het gebrek aan actualiteit in het muziekleven en de eenzijdige concertprogrammering van de gevestigde instellingen. Deze gebeurtenis staat bekend als de notenkrakersactie of 'Actie Notenkraker'. Ongeveer veertig boze activisten, onder wie Louis Andriessen, Reinbert de Leeuw, Jan van Vlijmen, Misha Mengelberg, Peter Schat, Jan Vriend, Sytze Smit, Willem Breuker en Harry Mulisch, verstoorden een concert van het Concertgebouworkest te Amsterdam met een Notenkrakerssuite van speelgoed-knijpkikkers, rateltjes en een enkel toetertje. Tegelijkertijd werden pamfletten aan publiek en orkestleden uitgedeeld en trachtte men Bernard Haitink met een megafoon op te roepen tot een openbare discussie over het programmabeleid en de 'ondemocratische structuur' van het Concertgebouworkest. [Bron: Muziekbus]

10. Opera Reconstructie in 1969: Reconstructie is de opera die Louis Andriessen, Reinbert de Leeuw, Misha Mengelberg, Peter Schat en Jan van Vlijmen componeerden voor het Holland Festival van 1969. Hugo Claus en Harry Mulisch schreven het libretto. Reconstructie was opgezet als een moraliteit met allegorische figuren. De opera was gewijd aan de Argentijnse vrijheidsstrijder Che Guevara en was in feite een reconstructie van diens moord. Het libretto was geïnspireerd op het verhaal van Mozarts opera Don Giovanni en ook de muziek bevatte verwijzingen daarnaar. Hierbij werd supermacht Verenigde Staten van Amerika voorgesteld als verslinder van arme Zuid-Amerikaanse landen zoals Don Giovanni vrouwen verslond. Hoewel de Vietnamoorlog nergens in het libretto werd genoemd, vormde die wel de innerlijke drijfveer van de makers. Zij zeiden de opera te bedoelen als een aanklacht tegen de imperialistische houding van de Verenigde Staten jegens de derde wereld. Spectaculaire elementen waren een elf meter hoog beeld van Che Guevara en het optreden van een naakte actrice, wat in 1969 nog gold als revolutionair. In de aanloop naar de opvoering trok het dagblad De Telegraaf ten strijde tegen de overheidssubsidie die voor de totstandkoming van de opera was verleend. Daarmee zou het beledigen van bondgenoot Verenigde Staten zijn gesubsidieerd. De Tweede Kamerfractie van de Boerenpartij stelde er Kamervragen over aan minister Marga Klompé van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Zij gaf echter te kennen niet aan de subsidie te zullen tornen omdat de artistieke vrijheid in het geding was. Door de publiciteit waren alle zes opvoeringen van De Nederlandse Opera Stichting in Theater Carré in Amsterdam al snel uitverkocht. Tot de bezoekers van de première behoorden minister Klompé en ook de dirigent Herbert von Karajan, die de zaal in de pauze verliet. Hoewel de kritieken overwegend positief waren, is Reconstructie na 1969 nooit meer opgevoerd. Het voorstel om dezelfde componisten en auteurs een tweede opera te laten maken voor het Holland Festival 1970, heeft geen concreet resultaat opgeleverd. [Wikipedia]

11. Louis Andriessen - De Volharding: Dit stuk voor piano en blaasinstrumenten uit 1972 heeft aan de wieg gestaan bij de oprichting door Louis Andriessen en Willem Breuker van het orkest met de gelijknamige naam. Belangrijk voor Orkest De Volharding was dat het een Coöperatieve Vereniging was. Alles, zowel artistiek als zakelijk, werd door de musici zelf besloten en geregeld. Maar de rechtsvorm gaf op den duur onderlinge wrijving bij de leden. Na 37 jaar verdween dit unieke ensemble van de Nederlandse en buitenlandse podia. Alle 300 werken muziek die De Volharding speelde, waren speciaal voor het ensemble geschreven of bewerkt. Een groot deel van deze stukken is geschreven door Nederlandse, veelal jonge componisten. De composities zijn soms moeilijk classificeerbaar tussen hedendaags klassiek, jazz, pop en avant-garde.

12. Louis Andriessen - De Staat: De sociale bewogenheid van Schat en Andriessen kwam niet alleen tot uiting in hun betrokkenheid bij het muziekbeleid maar ook in hun keuze van politieke thema's in werken als Andriessens De Staat (1976) en Mausoleum (1981) en Schats To You (1970-1972) en Canto General (1974), ter nagedachtenis aan Salvador Allende. Deze werken zijn in muzikaal opzicht meer toegankelijk dan hun vroege seriële composities. Bij Andriessen kan men duidelijke invloeden van de minimal music onderscheiden, terwijl Schat meer streeft naar aansluiting bij de tonale traditie.

13. Louis Andriessen - Mausoleum: Zie 12.

14. Peter Schat - To You: Zie 12.

15. Peter Schat - Canto General: Zie 12.

16. Ton de Leeuw - Mouvements rétrogrades: Een van de belangrijkste componisten en leraren van na de Tweede Wereldoorlog is Ton de Leeuw (1926). Ook hij heeft een aantal seriële werken geschreven, onder andere Mouvements rétrogrades (1957) en het Eerste strijkkwartet (1958), maar het verschijnsel modaliteit is meer geschikt als algemene noemer voor zijn oeuvre. Zijn werk is sterk beïnvloed door de muziek van niet-westerse (met name oosterse) culturen. Een goed voorbeeld is Gending uit 1975, waarin de klank van de Javaanse gamelan wordt gecombineerd met westerse compositietechnieken.

17. Ton de Leeuw - Eerste strijkkwartet: Zie 16.

18. Ton de Leeuw - Gending: Zie 16.

19. Ton de Leeuw - Study: Schat, Andriessen en De Leeuw hebben ook elektronische muziek gecomponeerd. Bekend zijn De Leeuws radiofonische oratorium Job (1956) [geen voorbeeld op YouTube] en zijn Study (1957), de eerste Nederlandse elektronische compositie waarin het serialisme werd toegepast. Schat was een van de medeoprichters van de Studio voor Elektro-Instrumentale Muziek (STEIM) in Amsterdam (1969).

20. Ton de Leeuw - gehele oeuvre: In 1956 kreeg De Leeuw de Prix Italia voor zijn radiofonisch oratorium Job en in 1958 de Prix des Jeunesses Musicales voor zijn Strijkkwartet. Voor zijn koorwerk Car nos vignes sont en fleur, op teksten uit het Bijbelse Hooglied, kreeg hij 1982 de Matthijs Vermeulenprijs. Ook voor zijn Three Shakespeare songs kreeg hij deze prijs, postuum, in 1997.