menu

Componisten geboren tussen 1800 en 1899 

Igor Stravinsky (1882 – 1971)  

Igor Stravinsky was een van de belangrijkste componisten van de 20e eeuw. In 1902 maakte hij kennis met de componist Nikolaj Rimski-Korsakov, die zijn leraar werd. Vanaf 1909 kreeg Stravinsky opdrachten van Serge Diaghilev, leider van de Parijse balletgroep Ballets Russes. Met expressionistische werken, waaronder De vuurvogel en Le sacre du printemps, brak Stravinsky definitief door. De première van dit laatste ballet veroorzaakte een ware rel in Parijs. Voor de samenwerking met Diaghilev verbleef Stravinsky vaak in Parijs, waar hij kennis maakte met onder meer Claude Debussy, Maurice Ravel en Erik Satie. Ook ontmoette hij in die tijd Schönberg, Berg en Webern. In 1920 ging bij Ballets Russes de eenakter Pulcinella in première. Dit werk was het begin van Stravinsky’s neoclassicistische periode (1920-51): een terugkeer naar de vorm en samenklank van de Klassieke periode met een moderne inslag. Tijdens het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog emigreerde Stravinsky naar Amerika. In 1951 schreef Stravinsky zijn laatste grote neoclassicistische werk, de opera The rake’s progress. Hierna begon Stravinsky, onder invloed van zijn vriend Robert Craft, te experimenteren met serialisme. Daarbij verdiepte hij zich intensief met het werk van Webern. Met Agon (1954-57) schreef Stravinsky een werk met een volledige twaalftoonsreeks.

Wikipedia

Muziekvoorbeelden

naar boven