menu

Componisten geboren tussen 1800 en 1899 

Cornelis Dopper (1870 – 1939)  

Cornelis Dopper was een Nederlandse dirigent en componist. Hij studeerde bij Reinecke en Jadassohn in Leipzig. Terug werkzaam als violist, koorrepetitor en dirigent bij de Nederlandsche Opera in Amsterdam. In 1908 vroeg Willem Mengelberg hem zijn eigen Derde symfonie te dirigeren, waarna hij onmiddellijk als tweede dirigent van het Concertgebouworkest werd aangesteld. Deze functie behield hij tot 1931, toen Eduard van Beinum hem opvolgde. Hij gaf de Nederlandse première van werken van Debussy, Ravel, Moessorgski en anderen en dirigeerde ook vaak eigen werk. Zijn oeuvre bestaat uit een honderdtal composities in verschillende genres, waaronder opera's, symfonieën, vocale muziek en kamermuziek in een weinig avontuurlijke stijl. Hij streefde ernaar Nederlandse onderwerpen in zijn muziek tot uitdrukking te brengen, zoals de Rembrandt-symfonie, de Amsterdamse symfonie en de Zuiderzee-symfonie. Dopper werd in zijn tijd algemeen gewaardeerd, ook door de groten onder de musici. Zijn bekendste werk, de Ciaconna Gotica, is een veel gespeeld repertoirestuk. Zijn naam kleeft aan het ‘Sousa-incident’ (1918), waarbij Matthijs Vermeulen zijn ongenoegen uitte over de Zuiderzee-symfonie. Toen de muzikale avant-garde het pleit gewonnen had, begon men zich te schamen voor dergelijke conservatieve en nationalistische werken. In recente tijden is er enige verandering gekomen in de waardering voor Dopper.

Wikipedia

Muziekvoorbeelden

naar boven