menu

Hedendaagse muziek 

Elektronische muziek  

Geen ontwikkeling na 1950 trok zoveel aandacht van het publiek en bood zoveel nieuwe mogelijkheden voor verregaande en structurele veranderingen in de wereld van de muziek dan die der elektronisch voortgebrachte en gemanipuleerde geluiden. Hierbinnen bestaan diverse benaderingen. De belangrijkste zijn: 1) de musique concrète en 2) de 'zuivere' elektronische muziek. In de musique concrète maakt men vooral gebruik van bestaande geluiden die elektronisch getransformeerd en gecombineerd worden. De pioniers op dit gebied waren Pierre Schaeffer (1910) en Pierre Henri (1927). Bij de zuivere elektronische muziek worden daarentegen alle gebruikte klanken elektronisch opgewekt en bewerkt door middel van
toon- en ruisgeneratoren, filters en dergelijke. Deze benadering vindt men vooral bij de Keulse radiostudio waaraan Karlheinz Stockhausen vanaf 1953 was verbonden.

De nieuwe ontdekkingen hadden ongekende gevolgen. Zonder afhankelijk te zijn van uitvoerende musici konden componisten een volledige en directe controle op de klank van hun composities uitoefenen. In de elektronische studio kon ieder detail exact worden uitgerekend en opgenomen. Bovendien was een onmetelijk domein van voorheen onbekende en (op natuurlijke instrumenten) onmogelijke klanken aangeboord. Met de opstelling van de luidsprekers ten opzichte van het publiek konden verschillende akoestische effecten worden verkregen.

Zowel bij musique concrète als bij zuivere elektronische muziek bestaat de uiteindelijke compositie in de vorm van een geluidsband die voor het publiek wordt afgespeeld. Onvrede met het statische karakter van een dergelijke presentatie leidde er echter toe dat men de elektronica steeds meer ging combineren met live uitgevoerde partijen (zang en/of instrumenten).

Muziekvoorbeelden op YouTube

Achtergrondinformatie bij onderstaande muziekvoorbeelden

  1. Karlheinz Stockhausen - Gesang der Jünglinge (1956)
  2. John Cage - Imaginary landscape no. 4
  3. Karlheinz Stockhausen - Kurzwellen
  4. Milton Babbitt - Philomel (1964)

terug naar vorige pagina

naar boven