menu

Aanvullende informatie Hedendaagse muziek 

Engelse componisten  

1. Williams - Sine nomine: Van 1904 tot 1906 redigeerde Vaughan Williams het nieuwe Engelse gezangenboek. Uit bescheidenheid vermeldde hij niet dat hij een zestal nieuwe melodieën van eigen hand had toegevoegd, waarvan één het bekende Sine nomine voor de hymne For All the Saints is.

2. Williams - Benedicite: Van 1909 tot 1953 dirigeerde Vaughan Williams plaatselijke amateurgezelschappen, waarvoor hij een aantal koorwerken componeerde, waaronder het Benedicite (1930).

3. Williams - Household Music: Hij schreef ook in andere genres stukken voor amateurmusici, zoals de Household Music (1941) voor strijkkwartet, een Concerto Grosso voor drievoudig strijkorkest (1950), en vele koorzettingen van volksmelodieën. Voor een koorfestival in 1950 schreef hij bij voorbeeld de cyclus Folk-Songs of the Four Seasons.

4. Williams - Concerto Grosso: Zie 3.

5. Williams - Folk-Songs of the Four Seasons: Zie 3.

6. Williams - A Sea Symphony: De Eerste symfonie van Vaughan Williams, voor orkest en stemmen, droeg de titel A Sea Symphony (1910) en was gebaseerd op poëzie van de Amerikaanse dichter Walt Whitman.

7. Williams - Fantasie: Van groter belang is echter een ander vroeg werk, de Fantasie op een thema van Thomas Tallis (1909) voor dubbel strijkorkest en strijkkwartet, met antifonale klankeffecten en een rijk weefsel van parallel bewegende, kale drieklanken binnen een modaal kader, een textuur waardoor ook veel van zijn latere werken werden gekenmerkt.

8. Williams - A London Symphony: In de London Symphony (1914, herzien in 1920) worden de geluiden en sfeer van de stad opgeroepen. Deze symfonie heeft de gangbare indeling in vier delen, met als derde deel een Scherzo (Nocturne). Ze dooft langzaam uit in een Epiloog die voortborduurt op de introductie van het eerste deel.

9. Williams - Pastoral Symphony: Aan het begin en aan het eind van het laatste deel van de Pastoral Symphony (1922) zingt een sopraan een melisme zonder woorden en zonder maat- en ritme-aanduidingen. Dit op toonschalen met hiaten gebaseerde melodietype (in dit geval pentatonisch) komt vaak voor in de muziek van Vaughan Williams. Even karakteristiek is de melodie van de trompet in het trio van het derde deel, die ook aan de volksmuziek verwant is. In deze symfonie maakt Vaughan Williams bijzonder effectief gebruik van parallelle akkoorden.

10. Williams - Vierde symfonie: Van de Vierde (1934), Vijfde (1943) en Zesde symfonie (1947) wordt vaak gezegd dat zij Vaughan Williams' betrokkenheid bij historische gebeurtenissen weerspiegelen, maar de componist zelf heeft zich nergens expliciet over een programmatische interpretatie uitgelaten.

11. Williams - Vijfde symfonie: Zie 10.

12. Williams - Zesde symfonie: Zie 10.

13. Williams - Sinfonia antartica: Bij de Sinfonia antartica voor sopraan en vrouwenkoor (1949-1952) is dat wel degelijk het geval; ieder deel heeft een korte titel die het onderwerp aangeeft. De symfonie is een eerbetoon aan de heldenmoed van kapitein Scott en zijn mannen en, in ruimere zin, aan al het menselijk streven tegen het overweldigende natuurgeweld.

14. Holst - Choral Hymns from the Rig-Veda: De muziek van Holst was niet alleen beïnvloed door Engelse volksmuziek maar ook door de mystiek van het hindoeïsme. Die laatste inspiratiebron komt naar voren in de keuze van zijn teksten (Charal Hymns from the Rig-Veda, 1912), zijn af en toe opmerkelijk statische harmonische passages (The Hymn of Jesus, voor dubbel koor en orkest, 1917) en de exotische details in zijn harmoniek en klankkleur, zoals in het laatste deel (Neptune) van Holsts bekendste werk, de orkestsuite The Planets (1916).

15. Holst - The Hymn of Jesus: Zie 14.

16. Holst - The Planets: Zie 14.

17. Holst - Ode to Death: Met Vaughan WiIliams deelde hij zijn voorkeur voor een praktische en directe muzikale expressie en een grote verbeeldingskracht bij het interpreteren en gebruiken van teksten. Zijn toonzetting van de Ode to Death van Walt Whitman (1919) is daarvan een voortreffelijk voorbeeld, net als het kleiner opgezette Dirge for Two Veterans voor mannenstemmen, koperblazers en slagwerk (1914), eveneens op een gedicht van Whitman.

18. Holst - Dirge for Two Veterans: Zie 17.

19. Walton - Concert voor altviool: Zijn oeuvre omvat symfonische werken en kamermuziek, waaronder een geslaagd Concert voor altviool, het onderhoudende Façade voor declamator en kamerensemble op enkele experimentele gedichten van Edith Sitweil (1922, herzien in 1926 en 1942), een omvangrijk oratorium Belshazzar's Feast (1931) en de opera Troilus and Cressida (1954).

20. Walton - Façade: Zie 17.

21. Walton - Belshazzar's Feast: Zie 17.

22. Walton - Troilus and Cressida: Zie 17.

23. Britten - A Boy Was Born: Hij onderscheidde zich vooral door zijn koorwerken (A Boy Was Born, 1935; A Ceremony of Carols, 1942; Spring Symphony, 1947), liederen en opera's als Peter Grimes (1954) en The Turn of the Screw (1954).

24. Britten - A Ceremony of Carols: Zie 21.

25. Britten - Spring Symphony: Zie 21.

26. Britten - Peter Grimes: Zie 21.

27. Britten - The Turn of the Screw: Zie 21.

28. Britten - War Requiem: Hij verwierf wereldfaam met zijn War Requiem (1962). Het is een groots en indrukwekkend werk voor solisten, koor, jongenskoor en orkest, op de Latijnse tekst van de requiemmis, afgewisseld met verzen van Wilfred Owen, een jonge Engelse soldaat die in 1918 in Frankrijk sneuvelde. Britten paste in dit stuk moderne ontwikkelingen aan zijn eigen inzichten aan.

29. Britten - Children's Crusade: Stilistisch wat avontuurlijker is zijn Children's Crusade voor kinderkoor (1969), op gedichten van Bertold Brecht.