menu

Classicisme 

Beethoven: De derde periode  

De jaren tot 1815 verliepen voor Beethoven over het algemeen vredig en voorspoedig. Zijn muziek werd in Wenen veel gespeeld en hij was gevierd in binnen- en buitenland. Zijn doofheid werd echter een steeds grotere kwelling. Meer en meer verloor hij het contact met anderen en raakte hij in zichzelf gekeerd. Vanaf omstreeks 1816 leefde Beethoven in een geluidloze wereld, waar de tonen slechts klonken in zijn geest. Zijn composities uit deze derde periode kregen steeds meer een meditatief karakter.

Beethoven was een van de grote ontwrichtende krachten in de muziekgeschiedenis. Na hem zou alles anders worden; hij had de poort naar een nieuwe wereld geopend.