menu

Nieuwsbrief Muzikale Verhalen (16) 

November 2020  

Welkom

Invallen krijg ik meestal tijdens een wandeling. Zo ook de gedachte welke componist in deze nieuwsbrief centraal te stellen: Anton Bruckner. Zo'n veertig jaar geleden vertelde iemand mij eens over Bruckner, dat hij pas met zijn muzikale scheppingen naar buiten trad, nadat hij eerst gedurende tientallen jaren alle voorgaande compositietechnieken grondig had bestudeerd.


De klassieke Top 400

In de auto staat bij mij altijd Radio 4 aan, de klassieke zender. Zo hoorde ik in de afgelopen weken steeds over de Top 400 van de klassieke muziek. Bruckner staat - blijkt na raadpleging op internet - vijf keer in de lijst:

Daan Manneke, die in augustus in deze nieuwsbrief centraal stond, prijkt één keer op de lijst op plaats 332 met Psalm 121. Alphons Diepenbrock (zie vorige nieuwsbrief) ontbreekt echter.


Huiskamerconcerten

We leven in onzekere tijden. Concerten mogen momenteel maar door maximaal 30 bezoekers worden bijgewoond. Mogelijk dat het kabinet binnenkort de maatregelen verder aanscherpt en dat dit aantal verlaagd wordt, of dat concerten geheel verboden worden! De maatschapprij is nu al ontwricht en dat kan nog veel erger worden. Voor de culturele sector zal dit de doodsteek betekenen. Wat te doen? Bij deze een pleidooi om ons sterk te maken voor zo veel mogelijk huiskamerconcerten. Zodat musici - al is het slechts kleinschalig - kunnen blijven uitvoeren!

Ik wens u veel lees- en luisterplezier!

Imke Jelle van Dam


Inhoudsoverzicht


Info bekostiging maandelijkse nieuwsbrief

Mocht u iemand kennen die mogelijk ook interesse heeft in deze nieuwsbrief, dan wordt het op prijs gesteld als u deze met begeleidend schrijven doorstuurt. Men kan zich dan zelf kosteloos abonneren (info).


Concertagenda

Antrovista actualiseert (bijna) dagelijks de concertagenda.

Overzicht concerten en muziekcursussen

naar boven

Anton Bruckner (1824–1896)

Verkorte biografie Anton Bruckner

In het boek Geschiedenis van de westerse muziek staat:

'Bruckner zag zich, evenals Brahms, voor de taak gesteld de tegenstrijdige krachten van classicisme en romantiek met elkaar te verzoenen, maar zijn oplossing was fundamenteel anders. Zijn Eerste symfonie (voorafgegaan door twee experimenten die hij nooit heeft willen publiceren) schreef hij in 1865-1866; bij zijn dood in 1896 was de finale van zijn Negende nog niet voltooid. Bruckner, die zeer gevoelig was voor de kritiek van anderen, herzag zijn werken voortdurend. Als gevolg daarvan bestaan van de meeste symfonieën twee of meer verschillende versies, alsook ongeautoriseerde versies waarin dirigenten en uitgevers op hun beurt wijzigingen hebben aangebracht. Al zijn symfonieën hebben de conventionele vierdelige opbouw en geen van alle is expliciet programmatisch, al kwam de componist op een gegeven moment wel met een aantal beschrijvende titels. Zo noemde hij zijn vierde de romantische, zij het nadat hij het werk had geschreven.

In essentie hebben zijn symfonieën dezelfde structuur en techniek, maar de laatste drie vormen ongetwijfeld het hoogtepunt dat hij in dit medium heeft bereikt. De symfonieën kunnen misschien het beste worden opgevat als de uitdrukking van een diep religieuze geest door de overwegend serieuze, zwaarwichtige stemming van de symfonieën als geheel. Dit komt nog het duidelijkst naar voren in de combinatie van mystieke extase en tonale luister in de climaxen van zijn finales (en soms ook van zijn eerste delen). In Bruckners muzikale taal klinkt onmiskenbaar de invloed van anderen door. Die van zijn idool Wagner is evident in het algemene harmonische idioom, de grote lengte van de symfonieën, de sequensmatige herhaling van hele passages en de enorme omvang van het orkest.

Uit zijn orkestratie blijkt duidelijk dat Bruckner een organist was. Verschillende instrumenten of groepen instrumenten worden ingezet, tegenover elkaar geplaatst en gecombineerd als de contrasterende registers en manualen van een orgel. Bovendien wordt de expansie van het thematische materiaal vaak bewerkstelligd door de opeenstapeling van massieve geluidsblokken, op een manier die sterk doet denken aan orgelimprovisaties.

Bruckner had het ongeluk in Wenen in de schaduw van Brahms te moeten leven en door critici steeds opnieuw te worden aangevallen als een volgeling van Wagner. Tijdens zijn leven vonden zijn symfonieën nauwelijks bijval. Voor zeer lange tijd werden buiten Wenen in een handjevol andere Europese steden alleen de Vierde en de Zevende gespeeld. Ongetwijfeld stonden hun kathedraalachtige omvang en hun monumentale karakter acceptatie door een groot publiek in de weg.'


Verwijzingen naar muziekvoorbeelden van Anton Bruckner in de website over de muziekgeschiedenis:

Romantiek / Vocale muziek / Koormuziek

Romantiek / Instrumentale muziek / Orkestmuziek


Michael Gieler, tweede solo altviolist in het Concertgebouworkest in Amsterdam haalt herinneringen op aan zijn kennismaking met de muziek van Anton Bruckner. Daarin betrekt hij de visie van Nikolaus Harnoncourt, die 7 jaar geleden de Vijfde Symfonie dirigeerde.

Michael Gieler over de Vijfde Symfonie + integrale uitvoering

naar boven

Programmamuziek versus absolute muziek

Hierboven lazen we over Anton Bruckner: 'Al zijn symfonieën hebben de conventionele vierdelige opbouw en geen van alle is expliciet programmatisch, al kwam de componist op een gegeven moment wel met een aantal beschrijvende titels. Zo noemde hij zijn vierde de romantische.'

Er wordt in deze tekst gewag gemaakt van het begrip programmatische muziek, ook wel programmamuziek genoemd. Een term die ik vier jaar geleden voor het eerst bewust tegenkwam in een artikel van Marc van Delft over de muziekgeschiedenis van de afgelopen eeuwen. Een begrip dat ik aanvankelijk foutief associeerde met muziekprogramma, totdat ik op internet naar de betekenis zocht. Sindsdien ben ik het begrip programmamuziek vele tientallen malen tegengekomen in diverse artikelen, waaronder recensies in Trouw. Op Wikipedia staat een heldere uitleg:

Programmamuziek

Programmatische muziek, in het Nederlands doorgaans programmamuziek genoemd, is een vorm van muziek die een verhaal vertelt of iets uitbeeldt dat op literatuur, geschiedenis of natuur betrekking heeft. Het is muziek waarin zich een 'programma' of 'vertelling' ontvouwt. Dit in tegenstelling tot abstracte muziek, ook wel 'absolute muziek' genoemd.

Programmamuziek werd pas echt een volwaardig genre in de late periode van het classicisme, bijvoorbeeld met Die Schöpfung van Haydn, en in de romantiek, met als beroemdste voorbeeld de Symphonie fantastique van Hector Berlioz. Andere bekende werken in dit genre zijn de Pastorale van Beethoven, de Kinderszenen van Schumann en de Kinderkamer van Moessorgsky.

Een nieuw verschijnsel in deze periode was het symfonisch gedicht, dat speciaal op programmatische orkestmuziek was toegesneden. Het genre werd 'uitgevonden' door Liszt en vond navolging bij onder anderen Smetana, Antonín Dvorak en Richard Strauss.

Zie voor de volledige tekst op Wikipedia

Absolute muziek

Absolute muziek (soms ook: abstracte muziek) is een vorm van muziek die geen onderwerp heeft. Dit in tegenstelling tot programmatische muziek, die door middel van klanken een non-muzikale werkelijkheid in de geest van de hoorder realiseert, bijvoorbeeld een natuurlijk beeld of een literair verhaal.

Zie voor de volledige tekst op Wikipedia

naar boven

De Klassieke Top 400

NPO zender Radio 4 heeft in de afgelopen weken in het teken gestaan van de klassieke top 400, die op basis van de smaak van de luisteraars is samengesteld. De lijst kan geraadpleegd worden op de website (zie onder). Vanzelfsprekend staat daar overbekende muziek op, zoals Die Hebriden van Mendelssohn, Stabat Mater van Dvorak en Requiem van Mozart. Bach staat er met 28 composities om, met op nummer 1 de Matthäus-Passion. Als invalshoek leek het mij interessant muziekstukken te kiezen van componisten van wie ik (als leek op het gebied van de klassieke muziek) nog nooit had gehoord. Een kleine selectie (met tussen haakjes het rangnummer):

Website Klassieke Top 400

naar boven

Carrousel van het leven

In 1998 schreef ik een vierdelige Schepping voor altviool en piano. Later, op advies van Tony Tobin, herschreven voor cello en piano. Van het derde deel heb ik vlak voor de zomervakantie een uitsnede gemaakt voor piano solo en de titel Carrousel van het leven gegeven, omdat het in een notendop een biografie van een huwelijk beschrijft (programmamuziek dus!). Dit stuk is opgedragen aan Wytse en Clary, die mij vroegen ter gelegenheid van hun huwelijkswijding muziek te willen spelen, bij voorkeur een eigen compositie. De muziek is nu voor iedereen beschikbaar gesteld.

naar boven