Barok
Vroege barok

Inleiding
De vroege barokmuziek, grofweg daterend van circa 1600 tot 1650, markeert een radicale verschuiving in de westerse muziekgeschiedenis. Waar de Renaissance werd gekenmerkt door evenwichtige polyfonie en harmonische helderheid, stond de vroege barok in het teken van expressie, contrast en dramatische werking. Componisten zochten naar manieren om teksten en emoties directer over te brengen op de luisteraar, wat leidde tot nieuwe vormen, stijlen en uitvoeringspraktijken.
Een van de belangrijkste vernieuwingen was de opkomst van de monodie, een enkele zanglijn met eenvoudige instrumentale begeleiding. Dit stond in scherp contrast met de complexe polyfonie van de Renaissance en maakte het mogelijk om woorden en emoties krachtiger uit te drukken. Rond 1600 ontstond in Florence de opera, een geheel nieuwe kunstvorm waarin muziek, theater en tekst samenkwamen. Componisten zoals Claudio Monteverdi ontwikkelden de opera tot een expressief medium, waarin de muziek de psychologische diepte van personages kon onthullen. Zijn werk L’Orfeo (1607) wordt vaak gezien als een mijlpaal in de vroege barok.
Ook de instrumentale muziek onderging belangrijke veranderingen. Basso continuo, een begeleidingspraktijk waarbij een baslijn door een klankbord of cembalo en een melodie-instrument wordt ondersteund, werd kenmerkend voor deze periode. Dit stelde componisten in staat om harmonische structuren flexibeler en expressiever te ontwikkelen. Dansmuziek kreeg een nieuwe prominentie in suites en dansen, die vaak in afwisseling van tempi en karakters werden samengesteld.
Daarnaast kenmerkte de vroege barok zich door dynamische contrasten en affectenleer: muziek werd gecomponeerd om specifieke emoties of stemmingen uit te drukken. Het idee dat muziek de luisteraar rechtstreeks kon beïnvloeden, leidde tot rijkere ritmische en melodische variatie en een grotere vrijheid in vorm.
terug naar Barok (1600 - 1750)
naar boven
Vroege opera
Een opera is een drama waarin handeling, toneel en vrijwel onafgebroken muziek samenvloeien. Hoewel het genre pas eind zestiende eeuw ontstond, gaat de combinatie van muziek en toneel terug tot de oudheid. In de Griekse tragedie werden koren en lyrische redes gezongen, middeleeuwse liturgische drama’s waren grotendeels muzikaal, en ook in renaissancevoorstellingen klonken gezongen koren en muzikale tussenspelen, die bij vorstelijke huwelijken uitgroeiden tot groots opgezette producties.
Tegen het midden van de zeventiende eeuw had de Italiaanse opera haar vaste vorm gevonden, die ruim twee eeuwen grotendeels onveranderd bleef. Kenmerkend waren de nadruk op solozang, het duidelijke onderscheid tussen recitatief en aria, en het ontstaan van vaste stijlen en patronen voor aria’s.
Muziekvoorbeelden op YouTube
Achtergrondinformatie bij onderstaande muziekvoorbeelden
- Emilio de'Cavalieri - Dalle piu alte sfere
- Orazio Vecchi - Amfiparnaso - Prologo
- Jacopo Peri & Giulio Caccini - Euridice
- Emilio de' Cavalieri - Rappresentatione di Anima, et di Corpo
- Giulio Caccini - Perfidissimo volto
- Claudio Monteverdi - L'Orfeo
- Claudio Monteverdi - Lamento d'Arianna
- Marco da Gagliano - La Dafne
- Francesca Caccini - La Liberazzione di Ruggiero dall'isola d' Alcina
- Stefano Landi - Sant'Alessio
- Domenico Mazzocchi - La Catena d'Adone
- Luigi Rossi - Orfeo
- Claudio Monteverdi - Il ritorno di Ulisse in Patria
- Claudio Monteverdi - L'incoronazione di Poppea
- Francesco Cavalli - Giasone
- Antonio Cesti - Il Pomo D'Oro
- Antonio Cesti - Orontea
naar boven
Vocale kamermuziek
Behalve in Venetië, waar de opera het centrum van het muzikale leven vormde, bleef zij elders een uitzonderlijk verschijnsel. Het merendeel van de wereldlijke muziek, bestemd voor zowel amateurs als beroepsmusici, bestond uit kamermuziek waarin zang vaak een rol speelde. De nieuwe monodische stijl en de basso continuo-structuur beïnvloedden niet alleen de opera, maar ook deze kamermuziek.
Muziekvoorbeelden op YouTube
Achtergrondinformatie bij onderstaande muziekvoorbeelden
- Giulio Caccini - Udite, udite, amanti
- Claudio Monteverdi - Ohime dov'e il mio ben
- Claudio Monteverdi - Hor che'l ciel e la terra
- Claudio Monteverdi - Il Combattimento di Tancredi e Clorinda
- Antonio Cesti - Intorno all'idol mio
- Sigismondo D'India - Soccorso, ohimè
- Luigi Rossi - Se non corre una speranza
- Giacomo Carissimi - E' bello l'ardire
- Heinrich Albert - Turpe senex miles, turpe senilis amor & Veneris miseras resonare querelas
- Andreas Hammerschmidt - Herr, wie lange willst du mein so gar vergessen
- Nicholas Lanier - No more shall meads
- John Wilson - Take, O take those lips away
- Henry Lawes - A Dialogue on a Kiss
naar boven
Kerkmuziek
Hoewel geestelijke muziek van nature conservatief was, werd zij even snel en bijna even sterk beïnvloed door de vernieuwingen van de late zestiende en vroege zeventiende eeuw als de wereldlijke muziek. Monodie, basso continuo en het concertato-medium werden ook toegepast op religieuze teksten. Er bestond wel enige weerstand tegen deze nieuwe stijlen, en in de rooms-katholieke kerk bleef polyfonie in de stijl van Palestrina voortleven. Rond het midden van de zeventiende eeuw gold Palestrina als het toonbeeld van de kerkelijke stijl, en componisten leerden contrapunt schrijven naar zijn voorbeeld — de zogeheten stile antico.
Zo bestonden in de zeventiende eeuw twee tegengestelde benaderingen: de op het verleden gerichte stile antico en de moderne stile moderno. Sommige componisten beheersten beide stijlen, soms zelfs binnen één werk. Monteverdi bijvoorbeeld componeerde met hetzelfde meesterschap in beide. In de loop der tijd werd de oude stijl gemoderniseerd: men voegde vaak een basso continuo toe, de ritmen werden regelmatiger en de oude modi maakten geleidelijk plaats voor het majeur-mineur-systeem.
Muziekvoorbeelden op YouTube
Achtergrondinformatie bij onderstaande muziekvoorbeelden
- Orazio Benevoli - Missa Azzolina
- Heinrich Ignaz Franz Biber - Missa Salisburgensis
- Lodovico Viadana - Sancta Maria
- Claudio Monteverdi - Vespro della Beata Vergine
- Alessandro Grandi - Venetian Christmas Vespers, Magnificat
- Giacomo Carissimi - Jephte
- Heinrich Schütz - Cantiones sacrae quatuor vocum
- Johann Hermann Schein - Israelsbrünnlein
- Heinrich Schütz - Ich liege und schlafe
- Heinrich Schütz - Davids Psalmen
- Heinrich Schütz - Kleine geistliche Konzerte I and II
- Heinrich Schütz - Musikalische Exequien
- Heinrich Schütz - Geistliche Chormusik
- Heinrich Schütz - Symphoniae Sacrae I
- Heinrich Schütz - Saul, Saul, was verfolgst du mich, Symphoniae sacrae 4/5
- Heinrich Schütz - Die sieben Worte Jesu Christi am Kreuz
naar boven
Instrumentale muziek
In de eerste helft van de zeventiende eeuw groeide instrumentale muziek geleidelijk uit tot de gelijke van vocale muziek, zowel qua omvang als inhoud. In deze periode ontstonden enkele fundamentele benaderingen, die leidden tot herkenbare compositietypes:
- Fugatisch: ééndelige stukken met ononderbroken imitatief contrapunt, zoals ricercare, fantasia, fancy, capriccio, fuga en verset.
- Canzonatype: meerledige werken in imitatief contrapunt, soms gemengd met andere stijlen; rond het midden van de eeuw vervangen door de sonata da chiesa.
- Variatiestukken: werken op een gegeven melodie of bas, zoals partita, passacaglia, chaconne, koraalpartita en koraalprelude*.
- Dansen en andere gestileerde ritmische werken: in min of meer dansmatige patronen, los of geïntegreerd in de suite.
- Improvisatorische stukken voor luit of solo-toetsinstrumenten, zoals toccata, fantasia of prelude.
Muziekvoorbeelden op YouTube
Achtergrondinformatie bij onderstaande muziekvoorbeelden
- Girolamo Frescobaldi - Recercar Dopo il Credo
- Jan Pieterszoon Sweelinck - Fantasia Chromatica
- Samuel Scheidt - Fantasia
- Heinrich Scheidemann - Fantasia in G
- Alfonso Ferrabosco II - Fantasia
- John Coprario - Fantasia
- John Jenkins - Fantasia-Suite in A Minor
- Matthew Locke - Suite 1&2
- Henry Purcell - Fantasias & In Nomines
- Jan Pieterszoon Sweelinck - Koralen
- Giovanni Maria Trabaci - Canzone francese settima cromatica
- Girolamo Frescobaldi - Canzona Prima
- Johann Jakob Froberger - Canzona V
- Tarquinio Merula - Canzona La Strada, per due canti e basso
- Biagio Marini - Sonata quarta 'Per il violino Per sonar con due corde'
- Samuel Scheidt - Das Orgelwerk
- Jan Adam Reincken - Choralfantasie "Was kann uns kommen an für Not"
- Girolamo Frescobaldi - 12 Partite su Ruggiero
- Polnischer tanz, 17de eeuw
- Johann Hermann Schein - Banchetto Musicale
- Ennemond Gaultier - La Poste, Gigue
- Louis Couperin - Sarabande
- Girolamo Frescobaldi - Toccata
- Johann Jakob Froberger - Toccata (XIX)
naar boven




