Via onderstaande doorkliklijsten (alfabetisch op naam of desgewenst chronologisch op jaar van geboorte) kan men informatie vinden over de betreffende componist middels een beknopte biografie, een link naar Wikipedia en muziekvoorbeelden op YouTube.
N.B. Uit de Middeleeuwen zijn maar weinig componisten bij naam bekend.
Guillaume de Machault (ook Machaut) was een Franse componist, dichter en kanunnik. Vanaf ongeveer 1323 werd hij secretaris van hertog Jan van Luxemburg, die ook koning van Bohemen, Moravië en Silezië was. In 1337 werd hij kanunnik in Reims. Na de dood van Hertog Jan, die bij een veldslag omkwam, trad hij in dienst van het Franse hof. Machault is ongetwijfeld de belangrijkste componist van de
Ars nova. Hij experimenteerde met gecompliceerde ritmiek en met ingewikkelde modulaties (
musica ficta) in het
hexachordenstelsel. Hij droeg daarmee bij aan de veranderingen in het
toonsysteem, die zich in de eeuw na hem zouden voltrekken. Verder was hij, voor zover bekend, de eerste die een volledige
mis componeerde. Deze
Messe de Nostre Dame is echter een geïsoleerd geval; pas bij de
Tweede Nederlandse School, zo'n honderd jaar later, zou de traditie van volledige missen op gang komen. Op het gebied van de muziek componeerde hij naast de
Messe de Nostre Dame (inclusief het
Ite Missa Est),
Hoquetus David en 23 Motetten. In zijn muzikale oeuvre, dat zowel conservatieve als progressieve tendensen bevat, zijn de meeste
in zijn tijd gangbare stijlen terug te vinden.
Francesco Landini (~ 1325 - 1397)

Francesco Landini was een Italiaans componist en organist. Als gevolg van de pokken werd hij al op vroege leeftijd blind. Landini was een vermaard organist van de San Lorenzo in Florence. Hij was de beroemdste componist van het
Trecento. Daarvan zijn tussen de 150 en 170 composities bewaard gebleven. In eerste instantie werd hij bij het componeren beïnvloed door de
Ars Nova, maar toch heeft hij zijn stijl 'Italiaans' gehouden. In de Italiaanse stijlopvatting stond tekstexpressie voorop. Er zijn honderden
madrigalen,
canzones en
balladen overgebleven, die in 1939 door Ellinwood als 'de gezamenlijke werken van Landini' zijn uitgegeven. Hij componeerde praktisch alleen wereldlijke muziek. In Nederland kreeg Landini in de 20e eeuw meer bekendheid door verschillende studies van Hélène Nolthenius.
Wikipedia (Engels)
Muziekvoorbeelden
naar boven
Jacob Senleches (13?? - 1395)

Jacob Senleches (ook bekend als Jacob Senlechos en Jacopinus Selesses) was een Frans-Vlaamse componist en harpist. Hij componeerde in een stijl die bekend staat als de
Ars subtilior. In de ballade
Fuions de ci betreurt hij de dood van Eleonora van Aragón (1358-1382), bij wie hij waarschijnlijk in dienst is geweest en besluit om zijn fortuin "en Aragon, en France ou en Bretaingne" te zoeken. Nadien werkt hij als harpist in dienst van Pedro de Luna, de latere tegenpaus Benedictus XIII. Er is een document waarin betalingen toegewezen worden aan ene "Jaquemin de Sanleches, juglar de harpe" door het koninklijke huishouden in Navarra gedateerd 21 augustus 1383. De betaling wordt gedaan zodat Jacquemin terug kan keren naar "zijn meester", Pedro de Luna. Ondanks het geringe aantal composities dat bekend is, wordt Jacob Senleches gezien als een van de centrale persoonlijkheden van Ars subtilior. Hij ontwikkelde vele vernieuwingen, zowel ritmisch als op het gebied van notatie. Zijn teksten gaan voornamelijk over hemzelf en zijn carrière.
Wikipedia
Muziekvoorbeelden
naar boven
Solage (~ 1340 - ~ 1400)

Solage was een Frans componist. Hij werkte voor hertog Jan van Berry. Er zijn tien stukken van hem in de Chantilly Codex opgenomen. Hij schreef deels in een stijl die aan Machault doet denken, deels ook in de extreme, soms bizarre stijl van de Ars Subtilior van het pauselijk hof te Avignon. Vooral zijn stuk Fumeux fume voor drie lage stemmen is beroemd. Het bevat bijzonder veel ficta (voorlopers van de accidentele verhogingen en verlagingen in de huidige muzieknotatie), waardoor het erg chromatisch, haast atonaal klinkt.
Chantilly Codex: een bundel van middeleeuwse muziek met stukken uit de stijl die bekend staat als de Ars Subtilior. Het wordt bewaard in het museum in het kasteel van Chantilly in Chantilly, Oise. Het merendeel van de composities dateren uit 1350-1400. Er zijn in totaal 112 composities, voornamelijk van Franse componisten en allemaal polyfoon.
Wikipedia (Engels)
Muziekvoorbeelden
naar boven
Trebor (late 14e eeuw)

Trebor was een Franse componist. Zijn werk is een typisch voorbeeld van de
Ars subtilior, de complexe muziekstijl uit die tijd. Over het leven en de identiteit van Trebor is niets met zekerheid bekend. Twee van zijn chansons brengen hem in verband met Gaston Fébus van Foix, een derde met het huwelijk in 1389 van Jan van Berry met Johanna II van Auvergne. De naam Trebor is vermoedelijk een anagram, mogelijkerwijs van Robert. Op grond van deze aanname bestaat de hypothese dat hij dezelfde persoon is geweest als Trebol, die in de jaren 1408-09 als zanger aan het hof van Martinus I van Aragón werkte, en/of Jean Robert, die enkele jaren daarvoor aan het hof van Karel III van Navarra diende. Van Trebor zijn zes ballades overgeleverd, die alle in de
Chantilly Codex zijn opgenomen.
Wikipedia
Muziekvoorbeelden
naar boven
Antonello da Caserta (????)

Antonello da Caserta (ook Anthonello, Antonellus Marot) was een Italiaanse componist, die werkte in de late 14e en vroege 15e eeuw. Antonello was een monnik en tevens een van de meest gerenommeerde componisten van de generatie na Guillaume de Machaut. Antonello gebruikte zowel teksten in het Frans als in het Italiaans, met inbegrip van
Beauté parfaite, een compositie van Machaut. Hij werd sterk beïnvloed door Franse muziekstijlen. Een van zijn
ballades citeert Jehan Vaillant, een componist uit Parijs. Hij maakte gebruik van gelijkmatige ritmes in sommige ballades, een toepassing die in latere perioden meer populair werd. Zijn Italiaanse werken tenderen naar meer eenvoud, met name
ballate (een Italiaanse liedvorm te vergelijken met de Franse
virelai, meestal driestemmig). Zowel zijn Franse en Italiaanse werken hebben de hoofse liefde als onderwerp.
Wikipedia
Muziekvoorbeelden
naar boven
Philippus de Caserta (~ 1359 – ~ 1435)

Philippus (ook Filippo de Caserta) werkte aan het pauselijke hof in Avignon in omstreeks 1370, en later vermoedelijk ook aan het hof van Gian Galeazzo Visconti. Philippus de Caserta scheef vijf theoretische muziekverhandelingen en componeerde in de stijl van de
Ars subtilior. Zijn reputatie is af te lezen aan bijvoorbeeld het
virelai Sus une fontayne van Johannes Ciconia, die daarin delen van zijn
ballades leent. Philippus de Caserta componeerde één
credo en één
rondeau en zeven
ballades, waaronder
De ma dolour en
En remirant, op tekstfragmenten van chansons* van Guillaume de Machaut,
Par les bons Gedeons et Samson delivré, omstreeks 1385, lofzang op tegenpaus Clemens VII en
En attendant souffrir m'estuet, geschreven voor voor Bernabò Visconti, waarin hij in de bovenstem de Visconti-lijfspreuk aanhaalt: "Souffrir m'estuet", zijn bekendste werk.
*) In de middeleeuwen werd het begrip chanson gebruikt om de liederen mee aan te duiden die de troubadours zongen, vaak als uitdrukking van de hoofse liefde.
Wikipedia (Engels)
Muziekvoorbeelden
naar boven
Jehan Vaillant (~ 1360 - ~ 1390)

Jehan Vaillant (ook Johannes Vayllant) was een Franse componist en muziektheoreticus. Hij wordt direct na Guillaume de Machaut genoemd in de Règles de la seconde rhétorique, die hem aanduidt als een ‘meester … die een muziekschool in Parijs had’. Er zijn vijf, mogelijk zes composities van hem bewaard gebleven, waarvan de eerste vijf in de Chantilly Codex zijn opgenomen. Waaronder een isorhythmische rondeau Pour ce que je ne say, die hij voor zijn leerling schreef en een virelai Par maintes foys, met beeldende vogelzang-imitaties (vier tegen drie). Deze laatste moet een van zijn meest geliefde stukken zijn geweest omdat het in verschillende variaties via negen bronnen is overgeleverd. Voorts schreef hij een verhandeling over (muziek)stemming.
Wikipedia (Engels)
Muziekvoorbeelden
naar boven
Johannes Ciconia (1370 - 1412)

Johannes Ciconia was een componist en muziektheoreticus uit het prinsbisdom Luik. In de pauselijke archieven is een brief aangetroffen van april 1391 van paus Bonifatius IX waarin Ciconia wordt omschreven als
clericus en defectu natalium de presbitera natus (de bastaardzoon van een priester). In 1391 heeft Ciconia een pauselijke dispensatie verkregen waarmee zijn zondige geboorte hem wordt kwijtgescholden. Een opvallend kenmerk van Ciconia’s muziek is stijlvermenging. Typerend Noord-Italiaanse muziek, zoals het
madrigaal Una panthera, combineert hij met de Franse
Ars nova. De meer complexe
Ars Subtilior-stijl wordt aangetroffen in één bewaard gebleven werk,
Sus un fontayne, en de late middeleeuwse stijl krijgt gestalte in composities die verwijzen naar het melodische patroon van de muziek van de renaissance, bijvoorbeeld in
O rosa bella. Ciconia schreef zowel geestelijke als wereldlijke muziek: Franse
virelaix, Italiaanse
ballate en
madrigalen, geestelijke
motetten en
misdelen. Ciconia wordt gezien als één van de voornaamste componisten uit de Ars Subtilior; hij combineert de late Franse Ars nova met de Italiaanse stijl van de 14e eeuw en vormt de overgang naar de muzikaal en compositorisch meer ontwikkelde periode van de
polyfonie. Zijn muziek bleef nog invloedrijk tot diep in de 15e eeuw.
Wikipedia
Muziekvoorbeelden
naar boven
Leonel Power (~ 1375 – 1445)

Samen met John Dunstable maakte Leonel Power deel uit van de meest invloedrijke Engelse componisten in het tijdvak van de late Middeleeuwen en het begin van de Renaissance. In het eerste deel van zijn carrière, van rond 1413 tot 1421, was Power in dienst bij Thomas, graaf van Clarence (broer van Henry V) als klerk en onderwijzer van de koorknapen. In 1423 was Leonel Power in Canterbury, waar hij toetrad tot de broederschap van Christ Church. Van 1438 tot 1445 was hij daar koormeester. Power was een tijdgenoot van Dunstable, van wiens stijl zijn muziek zich nauwelijks onderscheidt. Hij is het meest vertegenwoordigd in het
Old Hall Manuscript, een van de weinige onbeschadigde bronnen van Engelse muziek uit de vroege 15e eeuw. Hij componeerde circa veertig
missen en
motetten en schreef een traktaat over de
Engelse discant.
Wikipedia (Engels)
Muziekvoorbeelden
naar boven
Baude Cordier (~ 1380 - ~1440)

Baude Cordier is geboren in Reims. De werken van Cordier worden beschouwd als de eerste voorbeelden van
ars subtilior. Overeenkomstig deze stroming gebruikte hij rode noten notatie*, ook wel notenkleuring genoemd, een techniek uit de dagelijkse praktijk van
zwarte mensurale notatie. De verandering van kleur geeft een wijziging aan in het ritme. Tien van de seculiere muziekwerken van Cordier zijn overgeleverd, waarvan de meeste zijn geschreven in de vorm van een
rondo. Sommige zijn geschreven in de complexe notatie van de late veertiende eeuw van ars subtilior, zoals
Amans amés secretement (Minnaars, bemin discreet). Andere zijn eenvoudiger, met meer nadruk op de lyrische melodie, zoals
Belle, Bonne, Sage. Twee liederen van Baude Cordier bevinden zich in het
Chantilly Codex en zijn bekende voorbeelden van ogenmuziek**: het liefdeslied
Belle, Bonne, Sage (Aantrekkelijk, Goed, Verstandig), het handschrift is uitgevoerd in de vorm van een hart. Een cirkelvormige uitgave
canonTout par compas suy composés (Met een kompas werd ik gecomponeerd), een blikvanger waarin de compositie is uitgevoerd in een cirkelvorm. Zijn meeste composities heeft Cordier geschreven in de nadien eenvoudiger vijftiende-eeuwse muzieknotatie.
*) In het systeem van tijdsaanduidingen was er in de 14e eeuw een ware explosie van allerlei notenwaarden. Er werden (naast de gebruikelijke lange) korte notenwaarden ingevoerd, zoals de minima (onze halve noot) en men begon verschillende kleuren te gebruiken. Er werden zwarte noten naast witte (open) noten ingevoerd en er waren zelfs rode noten. Men gaf hier bijvoorbeeld mee aan dat op de tijdsduur van twee noten nu drie noten gedacht moesten worden. Vooral in de tijd van de Ars Subtilior leidde dit tot een zodanig ingewikkelde notatie dat het notatie-lezen op zich al als een kunstvorm gezien werd.
**) De overgeleverde handschriften van werken in deze stijl zijn soms uitgevoerd in ongebruikelijke en beeldende vormen, een vorm van ogenmuziek. Voorbeelden hiervan zijn genoemd liefdeslied van Baude Cordier, Belle Bonne in de vorm van een hart, en Jacob Senleches' La Harpe waarbij de melodie in de vorm van een harp is geschreven.
Wikipedia
Muziekvoorbeelden
naar boven
John Dunstable (~ 1390 – 1453)

John Dunstable (Dunstaple) was een Engels componist. Hij componeerde alleen religieuze muziek, waarvan waarschijnlijk veel verloren is gegaan. Naast Leonel Power moet hij een van de belangrijkste componisten uit zijn tijd zijn geweest, en een van de vroegste componisten van betekenis bij naam bekend. Hij componeerde
motetten voor een triomfantelijke dienst in Canterbury Cathedral in 1416 ter herdenking van de slag bij Azincourt in 1415 en het beleg van Honfleur. Dunstaple heeft bijgedragen aan de samensmelting van de Franse en Engelse muziekstijlen. De Franse
isoritmische stijl van componeren (met technische hoogstandjes) is door hem gecombineerd met de eenvoudigere, maar melodisch sterkere Engelse stijl. De Engelsen hadden namelijk al eerder ontdekt dat schuivende terts- en kwartintervallen (
Fauxbourdon) een sterkere melodie met zich meebrengt, terwijl de Franse stijl nog altijd de melodie liet bestaan uit parallelle intervallen met de andere stemmen. Door toedoen van Dunstable werd het gebruikelijker om
dissonante intervallen te laten oplossen tot consonanten. Er zijn drie fragmenten van
missen van hem bewaard, en één volledige mis,
Missa rex seculorum, zou van zijn hand kunnen zijn. Hij schreef in een typisch isoritmische stijl, bracht hoofdzakelijk motetten en
antifonen voort, en zijn muziek is strak geordend en sober.
Wikipedia
Muziekvoorbeelden
naar boven
Guillaume Dufay (1397 – 1474)

Guillaume Dufay was een Vlaams componist uit de Bourgondische Nederlanden. Hij kwam in contact met de Engelse stijl van John Dunstable. Werkte vanaf 1420 veel in Italië. Dufay is uitgegroeid tot de beroemdste componist van zijn tijd. Componisten als Johannes Ockeghem, Antoine Busnois en Loyset Compère bezochten hem. Dufay schreef zowel geestelijke als wereldlijke werken, steeds uitsluitend vocale muziek. Op het gebied van de kerkmuziek schreef hij
missen,
motetten,
magnificats en
antifonen. Voor muziek voor meer profaan gebruik hanteerde hij vormen als de
rondeau, de
virelai en de
ballade. Naast zijn composities schreef Dufay ook over muziektheorie. Zijn werken markeren de overgang tussen de Middeleeuwen en de Renaissance. Zijn
isoritmische motet
Nuper rosarum flores is een saluut aan de oude vormen. Dufay schreef dit werk voor de inwijding van de Dom van Florence. In verschillende van zijn missen gebruikte hij als eerste de melodie van een wereldlijk lied als
cantus firmus. De missen heten dan ook naar dit lied. Voorbeelden hiervan zijn onder andere de missen
Se la face ay pale en
L'homme armé. In andere missen gebruikte Dufay
gregoriaanse gezangen als uitgangspunt, zoals in de missen
Ave regina caelorum en
Ecce ancilla domini.
Wikipedia
Muziekvoorbeelden
naar boven