menu

Componisten geboren tussen 800 en 1089 

Notker de Stotteraar (~ 840 – 912)

Notker (ook Notger of Notgerus) de Stotteraar (ook Balbulus of van Sankt-Gallen) was een vroeg-middeleeuws auteur, componist, poëet en benedictijnermonnik in de Abdij van Sankt Gallen. Hij is de patroon van de muzikanten en wordt aangeroepen tegen het stotteren. Hij werd geboren in een welgestelde familie, in de Zwitserse plaats Heiligau. Hij componeerde muziek en schreef er liturgische teksten bij. Zijn Media vita in morte sumus (Midden in het leven staan we in de dood) werd het strijdlied van de kruisvaarders. Door liturgen wordt hij beschouwd als de oudste en bekendste dichter van sequensen in de kerkmuziek; zijn Liber de musicis notis et symphoniarum modis (boek over muziekschrift en harmonieleer) is verloren gegaan, maar mede door hem werd Sankt Gallen een centrum van Europese kunst en cultuur. Wel bewaard gebleven zijn van hem Hymni et sequentiae(Hymnen en Sequenties), zijn dichtbundel Carmina varia (verschillende gezangen). Notker vond een middel uit om de veelal lange en moeilijke melismen te onthouden. Overleden in Sankt Gallen. Hij werd zalig verklaard in 1512. Zijn feestdag is op 6 april, maar in Sankt Gallen wordt hij ook op 7 mei gevierd.

Wikipedia

Muziekvoorbeelden

naar boven


Hucbald van St. Amand (~ 840 – 930)

Hucbald was een muziektheoreticus, componist, dichter (enzovoort). Hij schreef het vroegst bekende werk van de westerse muziektheorie, waarin hij een uiteenzetting geeft van de verschillen tussen de eigentijdse en oude muziekpraktijk. Aan het klooster van Saint-Amand genoot hij zijn opleiding. Al op jeugdige leeftijd componeerde hij een hymne ter ere van Sint Andreas. Tussen 883 en 900 ging Hucbald een aantal keren op zending om verschillende muziekscholen te hervormen, waaronder die van Saint-Bertin en Reims. Hucbald componeerde een aantal officies voor heiligendagen, waarvan alleen dat voor Sint-Petrus is overgeleverd. Het enige muziektheoretische werk dat vandaag nog aan hem kan worden toegeschreven is De harmonica institutione. Aan de hand van de bekende gezangen, leidt Hucbald de zangers door de muziektheorie, om ze zo bewust te maken van de afstanden die tussen de verschillende tonen liggen. Hucbald werkt een voorstel uit om de bestaande neumennotatie te verbeteren. Hucbald grijpt naar Boëthius terug, aan wie hij de tekens ontleent waarmee die de verschillende tonen in de verschillende toonaarden aanduidt. Hucbald stelt voor de tekens bij de neumen te plaatsen; zo weet de zanger niet alleen welke beweging zijn stem moet maken, maar ook welke toon hij precies moet treffen.

Wikipedia

Muziekvoorbeelden

naar boven


Odo van Cluny (879 – 942)

Odo van Cluny, geboren in Tours, was van 927 tot 942 de tweede abt van de Abdij van Cluny. Onder zijn abbatiaat bereikte Cluny haar eerste bloei. Odo was de zoon van de feodale heer van Deols, nabij Le Mans, en kreeg zijn eerste onderricht aan het hof van Willem I van Aquitanië. Hierna studeerde hij in Parijs onder de leiding van Remigius van Auxerre. Rond 909 werd hij monnik en uiteindelijk overste van de kloosterschool van Baume-les-Messieurs. De abt van deze school, Berno, stichtte de Abdij van Cluny in 910. Odo volgde hem naar Cluny en nam zijn boeken mee. Hij werd abt van Cluny na de dood van Berno in 927. Honderden kloosters werden aan de beweging van Cluny geschonken. Odo schreef het eerste heiligenleven over een niet-geestelijke, te weten graaf Geraldus van Aurillac. Hij was ook bekend als componist en hij schreef over muziektheorie. Zijn werk omvat onder meer drie hymnen (Rex Christe Martini decus, Martine par apostolis en Martine iam consul poliand) en twaalf antifonen opgedragen aan de Saint Martin van Tours. Sommige leerlingen hebben de Musica Enchiriadis aan hem toegeschreven. Odo wordt als heilige vereerd. Zijn feestdag is 18 november.

Wikipedia

Muziekvoorbeelden

naar boven


Heriger van Lobbes (~ 940 – 1007)

Heriger van Lobbes was een abt van de abdij van Lobbes en een historicus, kroniekschrijver en hagiograaf. Hij was een van de vroegste geschiedschrijvers uit de Lage Landen. Heriger studeerde aan de kathedraalschool van Luik. Na het overlijden van Folcuinus werd Heriger in 990 gewijd tot nieuwe abt van de abdij van Lobbes. Zijn belangrijkste werk is een bisdomskroniek van de Luikse bisschoppen, Gesta episcoporum Tungrensium, Trajectensium et Leodiensium. Dit was de allereerste bisdomskroniek in de Lage Landen. Tijdens zijn periode als scholasticus van de abdijschool schreef Heriger voornamelijk in opdracht een aantal hagiografieën over heiligen. Nadat Heriger abt geworden was, evolueerde Heriger van een schrijver in opdracht tot een denker op het gebied van de filosofie en de chronologie. In tegenstelling tot zijn tijdgenoten geeft Heriger in zijn werken ook historische kritieken weer. Heriger schreef eveneens muziekcomposities, waarvan nog één hymne en twee antifonen bewaard zijn gebleven. Hij was ook actief op het gebied van de rekenkunde waar hij eigen vermenigvuldigings- en delingstechnieken introduceerde in Regulæ de numerorum abaci rationibus.

Wikipedia

Muziekvoorbeelden

naar boven


Adémar de Chabannes (~ 989 – 1034)

Adémar, historicus en componist, is geboren in Chabannes in Frankrijk. Opgeleid aan de abdij Saint-Martial de Limoges en werd monnik. Hij wijdde zich aan de herziening van liturgische werken, het schrijven van kronieken en beschrijvingen van levens van heiligen (hagiografie). Hij heeft drie boeken over de Frankische geschiedenis geschreven. Voor het Apostolische feest van de patroonheilige Saint Martial componeerde hij de muziek. Voor deze liturgische gelegenheid droeg hij net als andere cantors bij met eigen composities, vooral in de tropen (uitgebreide muzikale items toegevoegd aan de bestaande liturgische teksten). Volgens James Grier, hoogleraar muziekgeschiedenis in Western University Canada, was hij de eerste die muziek schreef met behulp van een muzieknotatie die nog steeds in gebruik is. Hij plaatste de muzieknoten boven de tekst, hoger of lager op basis van de toonhoogte. Adémar stierf waarschijnlijk in Jeruzalem, waarheen hij op bedevaart was gegaan.

Wikipedia

Toelichting James Grier (Western University Canada)

naar boven


Guido van Arezzo (991 - 1033)

Guido van Arezzo was een Italiaanse benedictijner monnik en wordt beschouwd als een van de belangrijkste grondleggers van de muzieknotatie. Guido van Arezzo werd onderwezen in de benedictijnenabdij van Pomposa. Daar onderkende hij de moeilijkheden die zangers hadden met het onthouden van toonhoogten in de Gregoriaanse gezangen. Hij ontwierp zijn eigen notenbalk die het mogelijk maakte Gregoriaanse gezangen veel sneller te leren. Het bekendste geschrift van Guido van Arezzo is de Micrologus, die zijn lesmethode en aantekeningen over muzieknotatie bevat. Door zijn heldere overzichtelijkheid was de Micrologus het meest uitgedragen muziekleerboek van de middeleeuwen. Vóór Guido's tijd kende men als notatie het systeem van de neumen en de notennamen A-B-C-D-E-F-G. Bij deze namen was het echter niet duidelijk of een secunde A-B nu groot of klein was, te meer omdat men een verscheidenheid van modi zong. De grote uitvinding van Guido is dat hij met behulp van de in zijn tijd overbekende hymne Ut queant laxis een methode bedacht om de grootte van de secunde stap eenduidig te kunnen noteren. De hymne begint iedere regel een secunde hoger. Guido gebruikte de beginlettergrepen ut-re-mi-fa-sol-la als basis van zijn vastlegging.

Wikipedia

Ut queant laxis

Waar komen de namen do re mi vandaan?

naar boven


Wipo van Bourgondië ( ~ 995 - ~ 1048)

Wipo van Bourgondië (ook Wippo) was een priester en schrijver. Hij was kapelaan in dienst van de Heilige Roomse Keizer Conrad II, wiens biografie hij schreef in kroniekvorm. Zijn stijl is eenvoudig en vloeiend, en zijn taal goed gekozen. Andere geschriften zijn de stelregels, Proverbia en Tetralogus Heinrici in rijmende hexameters. Opgedragen aan Henry III, zoon van Conrad II, is het een lofrede van de keizer, vermengd met ernstige vermaningen, met nadruk op dat recht en wet de fundamenten van de troon zijn. Hij schreef een klaagzang in het Latijn op de dood van Conrad. Vermoedelijk is hij ook de componist van de beroemde Paassequens Victimae Paschali Laudes. Het Victimae paschali wordt gezongen op het Hoogfeest van Pasen na de Koorzang en het Alleluja. De melodie van het gregoriaans volgt voor de acht versregels het schema A-B-B-C-D-C-D-E. Dit is ongetwijfeld de oudste van de vijf officiëel door het concilie van Trente erkende sequenties. Bij vergelijking van de Victimae met wat er van de oudere sequensen is bewaard gebleven, valt op dat hier al duidelijk sprake is van ritme en rijm.

Wikipedia (Engels)

Victimae Paschali Laudes

Muziekvoorbeelden

naar boven


Hermann von Reichenau (1013 - 1054)

Hermann von Reichenau (ook wel Hermannus Contractus of Herman de Lamme genoemd), zoon van de graaf van Altshausen, werd vlak na zijn geboorte getroffen door een spierziekte. Die zorgde ervoor dat hij aan beide benen verlamd raakte, moeizaam sprak en alleen nog zijn rechterarm kon gebruiken. Op zevenjarige leeftijd werd hij aan de benedictijner abdij van Reichenau toevertrouwd, waar Benno van Osnabrück zijn leermeester was. In 1043 trad hij toe tot de kloostergemeenschap. Zo gehandicapt en mismaakt als hij lichamelijk was, zo begaafd bleek hij van geest. Hij ontwikkelde zich tot een veelzijdig wetenschapper. Hij was theoloog, wiskundige, astronoom, musicus, vertaler en historicus; zijn bekendste werk is het Chronicon, een wereldgeschiedenis vanaf Christus’ geboorte. Bovendien wordt hij door sommigen beschouwd als de beroemdste dichter van zijn eeuw. Hij schreef -inmiddels blind geworden- kerkelijke liederen en hymnen; de nog altijd bekende en gezongen hymnen ter ere van de Maagd Maria, Salve Regina en Alma Redemptoris Mater, worden aan hem toegeschreven. Volgens zijn tijdgenoten was hij een uiterst beminnelijk en fijngevoelig mens; zij noemden hem Het Mirakel van Onze Eeuw. Hij stierf te Altshausen, 41 jaar oud. Hij werd in 1863 zalig verklaard.

Wikipedia (Duits)

Muziekvoorbeelden

naar boven


Godric of Finchale (~ 1065 – 1170)

De biografie van Goderik van Finchale is opgetekend door de monnik Reginald van Durham, een tijdgenoot van hem. Goderik was aanvankelijk marskramer, zeeman en koopman. Hij was kapitein van het schip dat Baldwin I, deelnemer aan de eerste kruistocht en uitgeroepen tot koning van Jeruzalem, vervoerde van Jeruzalem naar Jaffa in 1102. Na jaren op zee kwam Goderik terug naar Engeland. Hij ging naar het eiland Lindisfarne en had daar een bovenzinnelijke ontmoeting met de overleden Sint Cuthbert. Goderik wijdde zich sindsdien aan het Christendom. Hij maakte een groot aantal pelgrimsreizen rond het Middellandse Zeegebied, kwam terug naar Engeland en leefde daar twee jaar samen met de oudere heremiet Aelric. Na zijn dood maakte Goderik nog één keer een pelgrimsreis naar Jeruzalem. Terug in Engeland overtuigde hij Flambard, Bisschop van Durham, ervan hem een plaats te gunnen als herermiet in Finchale. Daar leefde hij nog zestig jaar en werd om zijn wijsheid en heiligheid regelmatig om advies geraadpleegd. Goderik van Finchale componeerde vier liederen, die door Reginald van Durham gedocumenteerd zijn. Het zijn de oudst bewaarde Engelse liederen. Crist and Sainte Marie en Saintë Marië Virginë zijn volgens de overlevering vanuit een visioen tot stand gekomen.

Wikipedia (Engels)

Muziekvoorbeelden

naar boven


Adam de Saint Victor (eind 11ste eeuw – 1146)

Adam van Sint Victor is waarschijnlijk geboren in Parijs en stierf in de abdij van St. Victor. Adam was eerste cantor (voorzanger) van de Notre Dame in Parijs sinds 1107 tot ongeveer 1134. In Adam komen alle trends van de vroege Middeleeuwen samen, de sequens bereikt bij hem als strofisch lied de hoogste vervolmaking, objectieve kracht en verfijning weet hij te combineren, hij is krachtig, maar ook teder, beslist niet sentimenteel. Een intellectuele tendens begint er in zijn liederen door te dringen, maar zijn typologie is toch nog geheel beeldend, een vermenselijking treedt op, maar het blijft nog gebonden in een groter geheel. Adam is een hoogtepunt, een afsluiting tevens. In zijn werk is er zo’n volmaakte eenheid van stijl en wezen, van gedachte en beeld, van vorm en bezieling, als nadien niet meer mogelijk zal blijken. In Resurrectione Domini en De Maria Virgine zijn zijn bekendste werken. Renovatio Mundi is opmerkelijk door het thema van het ontwaken van de natuur in de lente en doet denken aan de liederen van troubadours.

Wikipedia (Frans)

Muziekvoorbeelden

naar boven


Guillaume IX d'Aquitaine (1071 - 1126)

Willem IX van Aquitanië, bijgenaamd de Troubadour of de Jonge, was een zoon van graaf Willem VIII van Poitiers en Hildegarde van Bourgondië. Willem wordt beschouwd als een van de belangrijke voorbeelden van dichters en zangers uit de riddercultuur van de latere middeleeuwen. Hij kreeg een uitstekende opleiding in Poitiers, waaronder onderwijs in gregoriaans. Willem verbaasde zijn docenten en medeleerlingen door het gemak waarmee hij teksten vervaardigde en op muziek kon zetten. Hij zou later niet in het Latijn maar in het occitaans dichten en zingen om zich verstaanbaar maken voor een ruimer publiek. Willem volgde in 1086 zijn vader op als graaf van Poitiers en hertog van Aquitanië. Nam deel aan de Kruistocht in 1101, die rampzalig verliep, waarbij hij ternauwernood aan de dood ontsnapte. Het mislukken van de kruistocht werd aan Willems losbandig gedrag geweten. Na zijn terugkeer begon hij liederen te componeren over zijn lotgevallen tijdens de Kruistocht. In 1114 kreeg Willem conflicten met de kerk. Willem werd daardoor meerdere malen geëxcommuniceerd, ook vanwege tal van intriges. Zijn onverbloemde gedichten gaan over vrouwen en liefde, zijn (overdreven) seksuele prestaties en over politiek en oorlog. Veel van zijn teksten en muziek is bewaard gebleven.

Wikipedia

Muziekvoorbeelden

naar boven


Pierre Abélard (1079 - 1142)

Pierre Abélard (Petrus Abaelardus) was theoloog, filosoof (gerekend tot de scholastici), dichter en componist. Begon als leraar in de dialectica, vervolgens docent theologie aan de kathedraalschool van de Notre-Dame. In Abaelardus' werk Sic et non (Ja en neen) stelt hij het thema waarheid centraal. Hij wil eerst begrijpen en pas daarna geloven (nihil credendum nisi prius intellectum). Abaelardus vond dat een zonde alleen een zonde is als die uit vrije wil wordt gepleegd en dus tegen het eigen geweten ingaat. Hij wijst hiermee als eerste op het belang van de intentie van een daad, een aspect dat een grote rol is gaan spelen in de latere middeleeuwse theologie over schuld en boete. De leer van Abaelardus was in strijd met de heersende kerkelijke ideeën. Hij werd in de ban gedaan en zijn leer werd in 1140 door de synode van Sens veroordeeld. Abaelardus is voorts bekend als belangrijk dichter en componist. Hij componeerde enkele liederen voor zijn geliefde Héloïse die verloren zijn gegaan. Hij componeerde eveneens een hymneboek voor de religieuze orde te Argenteuil waartoe Héloïse was toegetreden. Hij schreef ook eenstemmige hymnes en sequensen op teksten uit de Codex Las Huelgas en zes Bijbelse planctus (lamentaties).

Wikipedia

Muziekvoorbeelden

naar boven